De centrale veer: je wervelzuil
Je wervelzuil bestaat uit afzonderlijke wervels.
Zo zijn er van boven naar onder zeven halswervels, twaalf rugwervels en vijf onderrugwervels. Je wervelkolom wordt onderaan afgesloten met het heiligbeen dat een onderdeel vormt van je bekken en je staartbeentje. Dit staartbeentje is dan weer erg belangrijk voor de werking van een andere veer: je bekkenbodem.
Je wervels bewegen ten opzichte van elkaar, door kleine gewrichtjes aan weerskanten van de wervelzuil, spieren en bindweefsel. Wanneer er veel spanning heerst in en rond je wervelkolom, is deze weinig veerkrachtig en wordt het stress zenuwstelsel actief. Bij een ontspannen veerkrachtige rug zijn de ruimtes tussen de wervels open (zie links op foto). Met een dergelijke veerkrachtige rug gebeurt bewegen én recuperatie moeiteloos.
2 cilinders en 2 pistons:
Om je rug veerkrachtig te maken of te houden wordt deze tijdens de bewegingen van je strottenhoofd en middenrif gemasseerd. Je nek en je romp hebben de vorm van een cilinder.
Inde bovenste cilinder werkt het strottenhoofd als een piston die de spanning in je lichaam regelt door op en neer te bewegen. In je romp werkt je middenrif als "piston".
Het zijn dus je bewegingen van slikken, klanken maken en ademen die zorgen voor een soepele wervelzuil en veerkracht.
Wanneer je adem hoog zit in je romp is je spanningsniveau ook hoog. Door je adem te doen alen, gaat ook je zwaartepunt naar beneden. Je stabiliteit neemt dan toe.
De vis- of pompademtechniek:
Wanneer je niet praat, fluit of zingt dient je mond gesloten te zijn, anders stijgt je adem.
Een manier om je adem naar beneden te pompen wordt geïllustreerd in het onderstaande filmpje. Tijdens het inademen sluit je je mond alsof je een vis bent. Je beide gesloten lippen gaan inademend naar boven. Zo stroomt de lucht langs je neusgaten naar binnen. Met lichtjes geopende lippen adem je dan weer uit.
Lage adem: ruimte in de nek en in de lage rug:
De ruimte in de nek en in de lage rug nemen toe, naarmate je adem in je romp daalt.
De spieren die je onderrug verbinden met je boven benen (psoasspieren) volgen deze beweging en je bekken gaat kantelen. Dit wordt door deze tekening getoond:
De smurf:
In dit kort filmpje toont een fluitende smurf hoe door impulsen vanuit de voeten en het bekken het hoofd moeiteloos op de romp wordt gedragen en er ruimte is in de nek. Het lichaam beweegt verzameld.( zie vorige post op deze blog)
Met dank aan:
Jan b Eyskens, bewegingsconsulent voor de vergelijking van de beweging van smurfen en verzameling.
Reacties
Een reactie posten