Veerkrachttraining: van versnippering tot samenhang en samenhorigheid
Elke veerkrachttraining vertoont een structuur.
De sociale
veiligheid om tot samenspel te komen wordt zo verzekerd. Een dergelijk kader is
ook nodig om de vrijheid van improvisatie toe te laten.
Naarmate een veerkrachttraining vordert neemt de veerkracht,
de samenhorigheid en het vermogen om improviserend samen te spelen toe.
Samenspel wordt leuker én moeiteloser door te leren om je wezen
goed te stemmen. Met wezen bedoel ik de levende éénheid die bestaat uit een
interactie van lichaam, geest en sociale omgeving. Doorgaans verloopt het
stemmen van iemands wezen beter in groep. Dit neemt niet weg dat
veerkrachttraining ook werkt wanneer één persoon zich laat begeleiden. Bijvoorbeeld
om in te zoomen op specifieke aandachtspunten.
Er bestaan ook scripts om als duo uit te voeren, om
beter op elkaar afgestemd te geraken. Deze veerkrachttrainingen kunnen met of
zonder veerkrachtbegeleider worden gespeeld.
Een goed gestemde persoon wordt gekenmerkt door een laag
liggend zwaartepunt en een lage adem. De hals en de romp kunnen bekeken worden
als 2 cilinders. Het stemapparaat en het middenrif bewegen op en neer als
pistons in deze cilinders. Zo masseren ze de ingewanden, de bijnieren en de
rug. Er ontstaan op die manier positieve vicieuze cirkels: deze massage doet
het bekken kantelen en het zwaartepunt verlagen; een laag zwaartepunt op zijn
beurt, bevordert een lage ademhaling.
Zo ontstaat als gevolg van training een lichaam in balans.
Een lichaam in balans kan zichzelf beter
dragen, is meer geaard en kan meer verdragen.
Links op de figuur is het figuurtje helemaal uit balans, via
een gefocuste blik wordt het hoofd naar voor getrokken en het bekken naar
achter. Helemaal rechts staat het volledig in balans.
Het ganse wezen van iemand die volledig uit balans is valt
uiteen: emoties zijn minder onder controle, samenhorigheid is afwezig en het valrisico
neemt toe. Een persoon in balans is
verzameld tot één enkel zwaartepunt, kan het hoofd hierdoor koel houden en
heeft hierdoor vrijheid om te improviseren.
dus in een grote spiegel kijken ( van een etalage op straat ) is nog zo gek niet ... om je houding te beoordelen ... gewoonlijk zet ik me dan rechter dwz rek met uit ; én loop dan aanmerkelijk soepeler ... en als dàt me lukt voel ik me ook beter .... dus zeer logisch : wat hierboven uit de tekeningen+uitleg blijkt. Dank je wel Herlinde
BeantwoordenVerwijderen